Er zijn twee soorten maatregelen: waterhuishoudkundige en bouwkundige. Waterhuishoudkundige maatregelen zijn erop gericht de grondwaterstand te verlagen zodat overlast zoveel mogelijk wordt voorkomen, de maximale verlaging is gelijk aan de waterstand in de sloot. Bouwkundige maatregelen zijn erop gericht de woningen zo aan te passen dat grondwater niet langer de constructie dan wel de leefbaarheid in verblijfsruimten kan aantasten.
Bouwkundige maatregelen
De meest voorkomende problemen zijn water in de kruipruimte en optrekkend vocht in de bouwmuren. Als er water in de kruipruimte staat (doordat deze te diep is) dan kan aanvulling met zand, piepschuim of schelpen helpen. Vocht vanuit de bodem kan worden tegengegaan door een folie aan te brengen op de kruipruimtebodem. Daarnaast is een goede ventilatie van de kruipruimte belangrijk. Door de leidingdoorvoeren vanuit de kruipruimte af te kitten of met schuim te vullen kan vochttransport vanuit de kruipruimte de woning in worden verminderd.
Alle maatregelen kosten geld. Om er zeker van te zijn dat je de juiste maatregelen treft, is het verstandig er eerst achter te komen wat precies het probleem is. Een analyse vooraf door een deskundige (niet door gemeente) kan voorkomen dat je geld uitgeeft aan maatregelen waarvan later blijkt dat ze geen of onvoldoende effect hebben.
Waterhuishoudkundige maatregelen
Horizontale drainage is de meest gangbare waterhuishoudkundige maatregel, maar alleen zinvol als je zeker weet dat het probleem door grondwater wordt veroorzaakt. Deze maatregel is bovendien alleen uitvoerbaar als je ze per bouwblok neemt, dus met je buren, tenzij je een vrijstaand huis bewoont.
Het meest effectief is een ringdrain om de woning, een drain onder de woning doorgetrokken of een filterput. Als maatregel kun je op de kopse kanten van je bouwblok, naast de kruipruimte een filterput aanleggen die is aangesloten op de riolering. Dit systeem houdt al meerder kruipruimtes in de gemeente droog. De afvoer van het gedraineerde water kan worden geloosd op sloten, het drainagesysteem, het hemelwaterafvoerstelsel en/of het gemengd rioolstelsel. Maak hier met de gemeente afspraken over.
Is er sprake van een structureel grondwaterprobleem in je wijk, dan is de eerste vraag of de gemeente Krimpen aan den IJssel drainage in openbaar gebied heeft aangelegd. Of zo’n drainage in het openbare terrein een positief effect heeft op je eigen perceel, is afhankelijk van de bodemopbouw. In Krimpen aan den IJssel is veel klei en veen aanwezig. Hierdoor zijn vaak ook maatregelen op eigen terrein nodig.
In twee schema’s is samengevat wat de gemeente zal doen bij meldingen van grondwateroverlast. In deze schema’s is ook aangegeven wat je zelf kunt doen.