Ontwikkelingen van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) alsmede de ontwikkeling van de organisatie geven aanleiding het vorige treasurystatuut te herzien waardoor een nieuw statuut onder de naam Treasurystatuut 2010. Rekening is gehouden met de nieuwe bevoegdheden en functiebenaming binnen de veranderde organisatie.
Met het opstellen van het nieuwe treasurystatuut is eveneens rekening gehouden met de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). De regeling is mede tot stand gekomen naar aanleiding van de kredietcrisis van de IJslandse banken en bevat strengere regels voor het wegzetten van gelden voor gemeenten en provincies.
Het treasurystatuut 2010 bevat de spelregels waaraan de gemeente zich dient te houden bij het uitzetten en aantrekken van gelden. Uitgangspunt is het gegeven dat de gemeente geen of weinig risico wenst te lopen en dat het uitzetten en aantrekken gebeurt op basis van wet en regelgeving, zoals Fido en Ruddo.